#unieklerenwerken: samen leren
Rubric om de kwaliteit van de uitvoering van geïntegreerde groepsopdrachten te waarderen op de pijler Samen Leren.
In de kolom Best zijn alle vijf kenmerken van Samenwerkend Leren terug te vinden:
positieve wederzijdse afhankelijkheid (1);
individuele verantwoordelijkheid (2);
directe positieve interactie (3);
Sociale vaardigheden (4);
Groepsreflectie op het proces en het product (5).
|
|
best
(N/A)
|
beter
(N/A)
|
goed
(N/A)
|
voldoende
proberen het waarderingskader van de inspectie in de cellen te beschrijven
(N/A)
|
|
De leerdoelen verwijzen naar specifieke werkprocessen en naar sociale vaardigheden die voor Samen Leren nodig zijn (4). De docent verlangt van studenten dat ze vooraf persoonlijke en groepsleerdoelen vastellen (2)(5).
|
De leerdoelen verwijzen naar specifieke werkprocessen en naar sociale vaardigheden die voor Samen Leren nodig zijn (4).
|
De leerdoelen verwijzen naar specifieke werkprocessen.
|
De leerdoelen verwijzen naar specifieke werkprocessen. (1.1.1.C)
|
|
De leerinhoud wordt door de docenten en studenten expliciet gerelateerd aan de beroepscontext.
|
De leerinhoud is expliciet gerelateerd aan de beroepscontext.
|
De leerinhoud is impliciet gerelateerd aan de beroepscontext.
|
De leerinhoud is expliciet gerelateerd aan de beroepscontext. (1.1.1.B)
|
|
De leerdoelen en beoordelingscriteria worden met de studenten besproken.
Er is direct nadat de groepen gevormd zijn aandacht voor teambuildiing, waarbij met name sociale vaardigheden aan de orde komen (4). De teamleden krijgen elk een duidelijk gedefinieerde onmisbare rol (1).
Tijdens het traject vindt er systematisch groepsreflectie plaats op het proces en het product (5).
|
De leerdoelen en beoordelingscriteria worden met de studenten besproken.
Alle teamleden hebben een duidelijk gedefinieerde rol onmisbare (1).
De docent organiseert teambuildingsactiviteiten.
Aan het eind vindt er groepsreflectie plaats op het proces en het product (5).
|
De leerdoelen en beoordelingscriteria worden met de studenten besproken.
Alle teamleden hebben een duidelijk gedefinieerde onmisbare rol (1).
Aan het eind vindt er groepsreflectie plaats op het product (5).
|
De leerdoelen en beoordelingscriteria worden met de studenten besproken. (1.3.1.A)(2.1.5.B)
|
|
De groepen zijn op zo'n wijze heterogeen samengesteld dat groepleden zichtbaar van elkaar en met elkaar leren (3).
|
De groepen zijn heterogeen samengesteld
|
De groepen zijn willekeurig samengesteld.
|
De groepen zijn willekeurig samengesteld.
|
|
De voortgang en de kwaliteit van het proces en product wordt steeds gemonitord en er wordt steeds teruggekoppeld. Daarbij is aandacht voor de sociale vaardigheden van de groep (4) én voor de bijdrage, aan het proces en product, van elk individu (2). De aard van de begeleiding wordt aangepast als dat nodig is.
|
De voortgang wordt geregeld gemonitord en teruggekoppeld. Daarbij is oog voor het product en oog voor het proces. De aard van de begeleiding wordt aangepast als dat nodig is.
|
De voortgang wordt incidenteel gemonitord en teruggekoppeld om bij te sturen. Daarbij is vooral het beoogde product leidend.
|
De voortgang wordt incidenteel gemonitord en teruggekoppeld om bij te sturen. (1.3.2.A)(*)
(1.3.1.A)(6.1.3.A)
|
|
De beoordeling van het product en het proces vindt achteraf en tussentijds plaats aan de hand van een vooraf vastgestelde lijst eisen. Dit gebeurt bij voorkeur in de vorm van een rubric. Studenten beoordelen elkaar aan de hand van deze eisen (rubric) (2).
|
De beoordeling van het product en het proces vindt achteraf en tussentijds plaats aan de hand van een vooraf vastgestelde lijst eisen.
|
De beoordeling van het product vindt achteraf en tussentijds plaats aan de hand van een vooraf vastgestelde lijst eisen.
|
De beoordeling van het product vindt achteraf plaats aan de hand van een vooraf vastgestelde lijst eisen. (2.1.5.B)
|
|
De beschikbare leeromgeving wordt optimaal ingezet om Samen Leren te ondersteunen en zo nodig aangepast aan de behoeften van de verschillende groepen. De leeromgeving heeft een fysieke en digitale component.
|
De beschikbare fysieke leeromgeving wordt ingezet om Samen Leren te ondersteunen en zo nodig aangepast aan de behoeften van de verschillende groepen.
|
De beschikbare fysieke leeromgeving wordt ingezet om Samen Leren te ondersteunen.
|
De beschikbare fysieke leeromgeving wordt niet doelbewust ingezet om Samen Leren te ondersteunen.
|
|
Bij de selectie of het vormgeven van de leermiddelen is doelbewust beoogd dat ze Samen Leren ondersteunen.
Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van sociale media.
|
Bij de selectie of het vormgeven van de leermiddelen is doelbewust beoogd dat ze Samen Leren ondersteunen.
|
Bij de selectie of het vormgeven van de leermiddelen is doelbewust beoogd dat ze Samen Leren ondersteunen.
|
Bij de selectie of het vormgeven van de leermiddelen is niet doelbewust beoogd dat ze Samen Leren ondersteunen.
|